België op de 10e plaats van de beste landen ter wereld voor economische empowerment van vrouwen
PwC Women in Work Index
4 maart 2020
- België verbetert positie en gaat van de 12e naar de 10e plaats op de index.
- Uit de positie van België blijkt dat er aanzienlijke inspanningen zijn geleverd om de vertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur te verhogen (31,1%) en de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen (5,2%).
- De prestaties van België worden nog steeds afgeremd door een relatief lage arbeidsparticipatie van vrouwen (64,3%) in vergelijking met andere OESO-landen.
Woensdag 4 maart 2020 - Internationale Vrouwendag luidt weer een jaar in van verdere stappen om de vertegenwoordiging en het welzijn van vrouwen in de arbeidswereld te verbeteren. De achtste jaarlijkse update van de PwC Women in Work Index laat zien dat er in de OESO-landen vooruitgang is geboekt op het gebied van economische empowerment van vrouwen, maar dat het tempo van de veranderingen nog steeds langzaam is. België is er sinds vorig jaar in geslaagd om zijn ranking op te trekken van de 12e naar de 10e plaats. Met name de loonkloof (gedefinieerd als het verschil in mediaanloon tussen mannen en vrouwen) wordt geleidelijk aan gedicht met 5,2%, waardoor deze ruim boven het OESO-gemiddelde (15%) blijft.
De PwC Women in Work index combineert vijf belangrijke indicatoren voor economische empowerment van vrouwen: gelijke verloning; het percentage werkende vrouwen, zowel in absolute termen als ten opzichte van mannen; het percentage werkloze vrouwen; en het percentage werkende vrouwen met een voltijdse baan.
IJsland en Zweden behielden voor het vijfde jaar op rij de top twee posities, met Slovenië op de derde plaats. Estland en Ierland kenden dit jaar de grootste daling in hun ranking op de index, die beide met vier posities zijn gedaald, voornamelijk als gevolg van een daling van de voltijdse arbeidsparticipatie van vrouwen in Estland en een vergroting van de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Ierland.
Prestaties van België
Van 2017 tot 2018 steeg België twee plaatsen van de 12e naar de 10e plaats op de index. In deze periode zag België een aanzienlijke verbetering op vier van de vijf indicatoren. In 2018 verdiende een vrouw in België een uurloon dat gemiddeld 5,2% lager was dan het uurloon van een man. Daarmee presteert België beter dan de meeste andere OESO-landen op het vlak van de loonkloof tussen vrouwen en mannen, met een OESO-gemiddelde van 15%.
Een van de belangrijkste hinderpalen voor de vooruitgang van België is de arbeidsparticipatie van vrouwen, waarbij België in dit onderzoek op de 27ste plaats staat van de 33 OESO-landen. Slechts 64,3% van de vrouwen in België is actief op de arbeidsmarkt. Ter vergelijking: Ijsland heeft een arbeidsparticipatie van vrouwen van 84,5% en is daarmee het land met het hoogste percentage vrouwen op de arbeidsmarkt.
Langetermijntrends in België
Sinds 2000 is België 10 plaatsen gestegen van de 20e naar de 10e plaats, waardoor het een van de grootste bewegingen heeft gemaakt onder de OESO-landen.
Sinds 2000 heeft België zijn prestaties op alle vijf de indicatoren verbeterd, met als grootste verbetering de toename van het aantal vrouwen in raden van bestuur, dat met 23,4 procentpunten is toegenomen (+304%). België heeft ook aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, wat met 7,8 procentpunten (-60%) is afgenomen ten opzichte van 2000.
Griet Helsen, partner bij PwC België zegt: “Het is positief te zien dat België grote stappen vooruit heeft gezet in de afgelopen 20 jaar. Vooral op vlak van de loonkloof en de vertegenwoordiging van vrouwen in raden van bestuur steken we uit ten opzichte van andere landen. Toch is de algehele vooruitgang in de hele OESO best nog traag te noemen, ondanks de enorme economische voordelen van een toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Het is van cruciaal belang dat vrouwen de juiste kansen krijgen om zich te ontwikkelen in het licht van de toenemende automatisering nu we de Vierde Industriële Revolutie ingaan”
Het economische voordeel van een verbeterde economische positie van vrouwen
De analyse geeft een schatting van de potentiële winst voor elk land door de stijging van de arbeidsparticipatie van vrouwen te meten met die van Zweden - een land dat consequent bovenaan staat in onze index met een arbeidsparticipatie van vrouwen van 81,2%.
De potentiële economische voordelen op lange termijn in de hele OESO door een toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen komen neer op een toename van het BBP met meer dan 5,5 biljoen euro (of 6 biljoen dollar). Het economische voordeel voor België is aanzienlijk. De stijging van de participatiegraad van vrouwen van 64,3% naar het niveau van Zweden (81,2%) leidt tot een stijging van ongeveer 13% van het Belgische bbp, of 65 miljard euro.
Contact
Erik Oosthuizen, External Communications, PwC Belgium
Tel: +32 490 582 284
Email: erik.oosthuizen@pwc.com